Bewegingsstoornissen door medicatie zijn geregeld belangrijk voor (1) het medicatiebeleid bij psychische stoornissen of somatische aandoeningen en (2) de differentiële diagnostiek van psychische stoornissen (bijvoorbeeld een angststoornis versus akathisie door een neurolepticum; maligne katatonie versus het maligne neurolepticasyndroom. Hoewel deze bewegingsstoornissen worden gekwalificeerd als ‘door medicatie’, is het vaak moeilijk het causale verband vast te stellen tussen de blootstelling aan medicatie en het ontstaan van de bewegingsstoornis, vooral omdat een aantal van deze bewegingsstoornissen ook voorkomt wanneer de betrokkene niet is blootgesteld aan medicatie.